Aziatische schilders maken per jaar duizenden exemplaren van de Mona Lisa van Leonardo da Vinci. Te koop voor 200 euro. Het pronkstuk van het Louvre is al eens gestolen. Een Italiaanse, ontevreden werknemer, genaamd Peruggia, lukte het om het schilderij naar buiten te smokkelen. Duizenden bezochten het museum om de lege plek te aanschouwen. De Denker van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin is niet uniek. De artiest goot meerdere exemplaren van dit markante beeld, uit 1 mal.
Dat zelfde geldt voor het schilderij “De Schreeuw” van Edvard Munch, de Noorse schilder en etser. Hij schilderde hier verschillende versies van. In 2004 werd een exemplaar uit het Munch-museum gestolen.
Volgens (kunst)kenners is 20% van de op veilingen en in de kunsthandel aangeboden kunst vals. Claude-Emile Schuffenecker (1851-1934) was goed bekend met Paul Gauguin en Vincent van Gogh. Na de dood van beide artiesten, steeg de waarde van hun schilderijen enorm. Claude-Emile profiteerde hiervan door onvoltooid werk van beide meesters, zelf af te maken. Zo zou hij zelfs de eindverantwoordelijke zijn “De Zonnebloemen”, een van Vincent's meest markante werken.
De handtekening op zijn schilderijen was in het hele land bekend. Jean-Baptiste Camille Corot (1796-1875) was al tijdens zijn leven een vermaard Frans landschapsschilder. Minder bekend is dat hij zijn handtekening aan collega-schilders verkocht, zodat hun schilderijen meer op zouden brengen.
Han van Meegeren (1889-1947) verkocht een Johannes Vermeer aan Hermann Goering, de plaatsvervanger van Adolf Hitler. Toen van Meegeren na de oorlog werd aangeklaagd voor collaboratie met de bezetter, bekende hij de Vermeer zelf te hebben geschilderd.
In New York ontdekte de politie 15.000 illegale afdrukken van Salvador Dali's“Hooglied van Salomo”. De “beperkte oplage” was slechts 250 exemplaren groot. Inmiddels zijn er van grafiek van Dali, Miro, Chagall en Picasso meer valse dan echte afdrukken in omloop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten