In
het jaar 793 overvielen de Vikingen het Oost-Engelse klooster
“Lindisfarne”. Het lag afgelegen, maar was voor de “drakars”
gemakkelijk te bereiken. Een slachtpartij volgde, die zijn weerklank
in heel Europa had. De invallen namen toe en kregen soms het karakter
van complete volksverhuizingen. Dublin werd door Noormannen gesticht.
Kloosters en kerken waren een gemakkelijk doelwit en militair waren
de Vikingen superieur. Het waren geoefende en vakbekwame
(zee-)soldaten. Boeren en burgers, die hun eigendommen probeerden te
beschermen, werden afgeslacht en de overlevenden restte slechts de
vlucht. Kloosters, huizen en hoeven werden in brand gestoken. Toen de
Vikingen verdwenen en zij voor een deel opgingen in de Europese
bevolking, was nog eeuwenlang hun terreur in de herinneringen van
Europeaan gegrift. Zo gebeurde het in de 11e eeuw, dat Utrecht vernam
dat een groep “Noormannen” de stad naderde. De inwoners raakten
in paniek en staken de houten huizen zelf maar in brand. De
bezoekers, die de brandende puinhopen zagen, waren uitermate
verbaasd. “Zij waren hier gekomen om te bidden”. Utrecht was in
vroeger tijden een pelgrimsoord met vele relikwieën, bezat de stad
behalve de Dom, talrijke kerken en kloosters en gebedshuizen. De
heidense Noorderlingen waren al meer dan een eeuw bekeerd tot het
Christendom, dat ze met veel enthousiasme beleden.
Het
Rijk van Karel de Grote werd verscheurd door twisten tussen de
opvolgers van de Keizer. Van deze verdeeldheid maakten de Noormannen
goed gebruik. Ook waren hun schepen veel sneller en wenbaarder, dan
de Frankische vloot. Door hun diepgang van amper 1 meter, konden ze
ver in het binnenland doordringen. De schepen konden ook over land
worden getransporteerd. Zo is er in Schotland een plek, waar schepen
van de Noordzee in de Atlantische Oceaan konden worden gesleept.
Behalve in West-Europa, drongen deze onverschrokken zeevaarders tot
diep in Rusland en zelfs tot New-Foundland door. Hierdoor waren ze
Columbus zo'n 500 jaar voor.
In
de 9e eeuw werden de Noormannen een militaire factor van betekenis,
doordat ze versterkte “overwinteringskampen” inrichtten. Lokale
bestuurders en vorsten probeerden hier gebruik van te maken. De
Franken schonken het Zeeuwse eiland Walcheren, inclusief de
belangrijke handelsstad Domburg aan de Deense aanvoerder Harald. Een
neef van de Deense koning verwierf een stuk land boven de Maas, nabij
Tiel. Dit was belangrijk gebied, want hier lag de grootste Frankisch
haven- en handelsstad “Dorestad” (Wijk bij Duurstede). Het lag
aan een kruispunt van rivieren en was een belangrijk knooppunt in het
netwerk van handelswegen in een delta van Rijn, Maas, Waal en
Schelde.
De
bescherming van Rorik, de neef van de Deense koning, heeft weinig
geholpen. Dorestad werd in totaal 8 maal aangevallen en grotendeels
verwoest en in 863 werd besloten om de stad niet meer op te bouwen,
ook al omdat de haven van Dorestad verzandde.
Goud,
zilver en edelstenen. Dat was bij voorkeur de buit van de Vikingen. Soms moest deze overhaast worden begraven. Dat hoefde niet te betekenen, dat de plaatselijke bevolking terugsloeg, maar veelal, dat men door “landgenoten” werd overvallen. In het afgelopen decennium zijn er op Wieringen een drietal van deze “schatten”ontdekt. Deze omvatten zilveren sieraden, armbanden en munten. De jongste munten dateren van rond 875. Er zitten ook Arabische munten tussen.
In Engeland vond een “veld-archeoloog” op een stuk boerenland ruim duizend gouden voorwerpen. Hier zaten prachtige sieraden bij, die van een uitzonderlijk vakmanschap getuigen. Daarnaast boekbeslag en resten van kruizen en religieuze voorwerpen; in elkaar gefrommeld, klaar om te worden omgesmolten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten